top of page

Winternachten


Winternachten - het begin van de donkere tijd.

Inleiding Langzaam worden de dagen korter. Sluipend, als een donker kleed, trekt de duisternis traag over de wereld. De wind wordt met de dag koeler en sterker, en de bladeren moeten moeite doen om nog aan de takken te blijven zitten, zich vasthoudend met al hun kracht. Maar het is te laat, het wiel is gewenteld en er is geen ontkomen meer aan de belofte van de naderende dood. Hoewel de zon vrolijk schijnt met haar nog warme stralen, vertraagt Moeder Aarde met de dag. Haar groen wordt langzaam geler en de kleuren die ooit zo levendig de natuur bekroonden worden flets en grauw. De laatste vruchten van de oogst worden binnengehaald, de appels, peren, bessen en rozenbottels worden geplukt of geraapt en er wordt jam van gemaakt, compote of verwerkt in stoofgerechten. Hout wordt gehakt voor de vuren die in de haarden en op de heuvels zullen prijken. Het vuur begint een steeds belangrijkere plaats in te nemen wanneer de dagen minder aanwezig zijn en de nacht onze levens in haar ban heeft. Het is alsof de nacht het duister in ons eigen leven benadrukt en we ons uit angst vastklampen aan het licht, gesymboliseerd door het vuur in de haarden en de kaarsen in onze huizen. Ieder ziet de schoonheid van de nacht en de herfst; het donker laat de prachtige sterren schitteren en de maan is als een zilver juweel aan de nachtelijke hemel dat ons de adem beneemt. We zijn overweldigd door de schoonheid van de kleurenpracht in rood, oranje en gele tinten die de natuur rijk is in de herfst, niet helemaal beseffende dat dit de kleuren zijn van het sterven. Sterven staat centraal tijdens deze maanden en de maanden die komende zijn. De herfst en de winter staat in het teken van de ouderdom, van de oude vrouw en man, van oud- van wijs, van aftakeling en van de dood. Deze helft van het jaar is de helft waarin men naar binnen keert, de ouderdom is de tijd waarin men minder fysiek bezig is maar meer naar binnen keert; naar de geestelijke wereld. Het leven wordt overdacht, de wijsheid geïntegreerd, en terwijl dit proces gaande is wordt er naar verzoening en vrede gezocht. Wat heb ik geleerd in mijn leven? Wat was nu écht belangrijk? Men wil doodgaan met een gevoel dat het leven de moeite waard was en hopelijk iets heeft bijgedragen aan deze wereld, in welke vorm dan ook. Men wil gelukkig en tevreden sterven, zonder spijt, zonder pijn en zonder dingen die onafgemaakt zijn. In deze periode leven we, begin oktober. Winter is komende en de dood nadert. Wat wil jij laten sterven? Wat wil jij afsluiten? Dit is de juiste tijd er voor. Dit is de tijd om mee te gaan in de cyclus, met de energie die er ontstaat in onszelf en rondom onszelf. Het jaarwiel draait naar het einde, om vervolgens opnieuw te beginnen, zoals wij ook doodgaan en opnieuw geboren worden in een ander leven. De dood is een kans, een overgang, een transformatie en in sommige gevallen zelfs in initiatie wanneer de kennis en wijsheid tot inzichten leidt die ons tot een hoger niveau tillen. De dood is een deur, een overgang, een poort en een stap op de ladder, wanneer we de angst opzij kunnen zetten die de gedachte aan de dood met zich meebrengt. Waarom verzet de natuur zich niet tegen de dood? Trillen de gele bladeren van angst? Zoekt het hert uit angst de schuilplaats op om rustig te sterven? Huilt de wind omdat het verlies van de zomerse dagen? Weent de hemel om de zon die zijn stralen minder en minder laat breken in zijn oneindig blauw? De natuur is zich ten volle bewust van de oneindigheid van leven, van de belofte van een nieuw begin, een nieuwe dag, en overstijgt daarmee de cyclus. Ze verheft zich boven het wiel in volle onthechtheid. Ze weet dat de dood alleen de dood van het tijdsgebonden leven betekent, en niet de dood van dat wat oneindig is. Gesymboliseerd door Dagaz overstijgt men de runen, het leven, de cyclus, de tijd en het ego. Het is de verlossing. Verlossing van de gehechtheid aan smart en vreugde, beiden gelijk. Verlossing van de illusie van het eindige. Door de cyclus van de natuur te volgen, volgen we haar voorbeeld, leren we geestelijk te groeien, te handelen, te oogsten en los te laten. We leren van Haar dat alles zijn functie heeft, alles zijn plek heeft, zich in cycli en spiralen beweegt en alles precies zo is zoals het moet zijn. Of dit nu het leven betekent of de dood, de zomer of de winter, vreugde en pijn, alles moet er zijn, alles heeft zijn plaats.

Traditie Tijdens de wintermaanden werden de doden geëerd in onze streken. Rond het einde van oktober, begin november, was de oogst geborgen en de akkers tot rust gekomen. De bladeren waren van de bomen en de kou had over het algemeen haar intrede gedaan. Stilte heerste over het land. Rond deze tijd werd geloofd dat de voorouders tussen de levenden vertoefden en de sluiers tussen de werelden zo dun waren dat contact mogelijk was. Het was gebruikelijk in die tijd een bezoek te brengen aan de graven van de voorouders. Er werden brandoffers gemaakt ter ere van de overledenen die de vruchtbare dagen hadden ondersteund met hun zegens. Tegenwoordig branden we kaarsjes ter ere van de voorouders en ook de kerk heeft dit gebruik overgenomen tijdens hun feest Allerzielen. Vuur branden op graven is gestaaft door de vele brandsporen die op en rond hunebedden en grafheuvels zijn gevonden. Eten samen met de voorouders is een oud gebruik wat nog door velen heden wordt toegepast. Er wordt een extra bord neergezet voor de overledenen en er wordt een speciale kaars gebrand. Bijzondere spijzen werden klaargemaakt en werden er speciale broodjes gebakken. Deze gebruiken zien we vooral op de twaalf heilige nachten van Joel, maar ook op de 1e november, rondom Allerzielen oftewel Winternachten, de eerste dag van de winter volgens traditionele maatstaven, werden deze handelingen soms al uitgevoerd (Farweck, 1970). Ook werden rond het begin van de winter vaak de Dísen geeërd. Dit zijn vrouwelijke geesten die verbonden werden aan een familie een groep. De disen lijken op de landgeesten, die ook vaak als vrouwelijk gezien werden, maar de disen lijken ook verwantschap te delen met de alfen/elven. Daarnaast worden zij soms geportreteerd als overleden vrouwelijke voorouders, een soort voormoeders, die verband houden met vruchtbaarheid en voorspoed. Dit lijkt op de "Matronen-cultus"die ook in Europa gevonden is, een cultus rondom de voormoeders en houdt verband met de nornen. De dísen houden dus ook verband met het lot, waarschijnlijk dat van de desbetreffende groep/familie (Farweck, 1970). Deze dísen-offers, of banketten, zoals ook vaak gegeven werd, komen voor op verschillende locaties zoals Zweden en Engeland en op verschillende tijden zoals op de avond van Winternachten (1e dag van de winter, eind oktober), rond 24 december in de vorm van Modranith (Moedernacht/nacht van de moeders) en rond februari in de vorm van een Dísablót (Scandinavië). Hieruit kunnen we wel concluderen dat de connectie met de dísen er één is die tijdens de donkere dagen het belangrijkst geacht werd (Norse Myth.FSP, 2015). Winternachten was de officiële eerste dag van de winter en de donkere helft van het jaar. Deze donkere helft duurde tot rond februari. Er werden offers gebracht en Winternachten scheen ook verband te hebben met het offerfeest voor de inheemse godin Tamfana, aldus Rudolf Simek. Dit feest van Tamfana zou rond 27 oktober worden gevierd, zo blijkt uit de bronnen van Tacitus te kunnen worden gehaald (B. Grimmsma, z.d.). Tamfana is hoogst waarschijnlijk een soort moedergodin en een oogstgodin die zorgde voor overvloed en vruchtbaarheid. Zij had tijdens de Germaanse stammenperiode een tempel, vermoedelijk op de Tankenberg bij Oldenzaal (Rudolf Simek). Misschien werd Tamfana wel gezien als de godin der dísen? Als patrones van de dísen? We zullen het misschien nooit helemaal precies weten. We kunnen dus stellen dat er, hoogst waarschijnlijk, drie onderwerpen centraal stonden tijdens het begin van de winter op Winternachten (eind oktober/begin november): 1. Het eren/bedanken en herdenken van de overledenen/voorouders. 2. Het eren/bedanken van de godin Tamfana. 3. Het eren/bedanken van de Dísen.

Viering

Om deze drie begrippen helemaal uiteen te zetten zou te veel zijn om in dit stuk te zetten, wel kan ik een voorbeeld geven van een viering of ritueel dat men kan toepassen rond het einde van oktober. Het eren en bedanken van de voorouders en de zegening en bescherming die zij hebben gegeven in het afgelopen jaar kan men op verschillende manieren doen. Kaarsen zijn traditioneel gezien een optie; kies een mooie kaars uit, misschien wil je er runen in kerven of de naam van een voorouder, als je die kent. Steek deze kaars alleen aan op momenten dat de voorouders herdacht worden. Er kunnen kaarsjes voor het raam worden gezet, om overledenen te laten zien dat er aan hen gedacht wordt, of dolende zielen naar het licht te helpen. Voor de dísen kan een banket gegeven worden waarin er buiten eten wordt neergezet voor hen. Zo kunnen zij worden bedankt voor hun zegeningen, bescherming en heil van het afgelopen jaar. Er kan tevens tijdens dit banket een extra plaats worden gedekt voor de voorouders. Zorg voor een volledig gedekte plek met bord, bestek en een mok met bier of mede. Schep voedsel op voor de voorouders zodat zij nog steeds het gevoel krijgen deel uit te maken van de sibbe of de groep, want dat doen ze natuurlijk! Er kunnen tijdens het eten gedichten worden voorgedragen of verhalen verteld om de overledenen te herdenken. Jouw overleden opa, oma of tante, maar ook vrienden kunnen worden herdacht, evenals helden of andere belangrijke personen uit de saga's waar je een speciale connectie mee voelt. Later kun je buiten of tijdens een heildronk de godin Tamfana eren en bedanken voor de oogst en alle overvloed van het land waar we gebruik van kunnen en mogen maken. Zeg dank voor alles dat je gekregen hebt afgelopen half jaar, in materiële zaken maar ook immateriële zaken zoals nieuwe vrienden, een nieuwe relatie, innerlijke rust, meer creativiteit of een sterkere band met een familielid. Je kunt de landgeesten, dísen en de voorouders samen met Tamfana nog eens noemen en hen vragen de komende winter jou en jouw geliefden te beschermen tegen het donker, niet alleen de kou en het donker van de winter, maar ook het donker in onszelf dat we in de komende wintermaanden traditiegetrouw beter zullen onderzoeken en onder ogen zullen komen door middel van contemplatie en introspectie.

Alvast een fijne Winternachten gewenst en veel heil voor de komende donkere maanden, want hoe het ook zij; Winter is komende.

Bronnen: (Foto bovenaan het artikel is door een onbekende fotograaf gemaakt.) F.E. Farweck, Noordeuropese mysteriën en hun sporen tot heden. F. Asraaf, Asatru. B. Grimmsma, de tijdstippen van de cultische jaarfeesten. https://en.wikipedia.org/wiki/Winter_Nights https://en.wikipedia.org/wiki/D%C3%ADs http://norse-mythology.org/disir/

Uitgelichte berichten
Recente berichten
Archief
Zoeken op tags
Er zijn nog geen tags.
Volg ons
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Basic Square
bottom of page